Het ontstaan van de Nederlandse duinen
Ongeveer 20.000 jaar geleden was de laatste ijstijd op aarde.
De huidige Noordzee stond toen voor een groot deel droog.
Je kon in die tijd gewoon te voet van Nederland naar Engeland lopen.
De huidige Noordzee stond toen voor een groot deel droog.
Je kon in die tijd gewoon te voet van Nederland naar Engeland lopen.
Doordat het ijs ging smelten, steeg het waterpeil in de Noordzee in de loop der tijd met meer dan honderd meter.
Ongeveer 5000 jaar geleden is toen de eerste strandwallen ( = zandbank) ontstaan: de oude duinen.
Ongeveer 5000 jaar geleden is toen de eerste strandwallen ( = zandbank) ontstaan: de oude duinen.
De strandwallen zelf ontwikkelden zich tot lage duinen; de wind stoof ze onder met zand.
Er vestigden zich planten die het zand vast konden houden.
De vorming van de oude duinen (of strandwallen) is rond het begin van onze jaartelling tot stilstand gekomen.
De aanvoer van zand vanuit de Noordzee werd steeds minder.
Er vestigden zich planten die het zand vast konden houden.
De vorming van de oude duinen (of strandwallen) is rond het begin van onze jaartelling tot stilstand gekomen.
De aanvoer van zand vanuit de Noordzee werd steeds minder.
In de vroege Middeleeuwen veranderde het klimaat.
Dit zorgde voor de vorming van een nieuw duincomplex: de jonge duinen.
Het klimaat in de Middeleeuwen was guur.
De temperatuur was erg laag en er waren veel stormen.
Door de stormen werden veel van de strandwallen afgebroken.
Het zand kwam weer in zee terecht.
Na een tijdje spoelde dit zand weer aan land en werd door de harde wind omhoog geblazen. Er ontstonden hoge duintjes.
Deze duintjes groeiden met behulp van de helmplanten langzaam uit tot grote duinruggen.
Dit proces van jonge duinvorming ging door tot ongeveer de 12e eeuw. Het klimaat werd geleidelijk aan milder en het duingebied raakte begroeid met honderden verschillende plantensoorten.
Dit zorgde voor de vorming van een nieuw duincomplex: de jonge duinen.
Het klimaat in de Middeleeuwen was guur.
De temperatuur was erg laag en er waren veel stormen.
Door de stormen werden veel van de strandwallen afgebroken.
Het zand kwam weer in zee terecht.
Na een tijdje spoelde dit zand weer aan land en werd door de harde wind omhoog geblazen. Er ontstonden hoge duintjes.
Deze duintjes groeiden met behulp van de helmplanten langzaam uit tot grote duinruggen.
Dit proces van jonge duinvorming ging door tot ongeveer de 12e eeuw. Het klimaat werd geleidelijk aan milder en het duingebied raakte begroeid met honderden verschillende plantensoorten.
Rond de 11e en 12e eeuw ging men dichter bij zee wonen.
Er ontstonden allerlei vissersdorpjes die we nu als badplaatsen kennen: Egmond aan Zee (gesticht in 970), Zandvoort (1120) en Wijk aan Zee (1300).
Er ontstonden allerlei vissersdorpjes die we nu als badplaatsen kennen: Egmond aan Zee (gesticht in 970), Zandvoort (1120) en Wijk aan Zee (1300).
Vanaf de 15e en 16e eeuw leefde men hier van de visvangst.
De directe omgeving van de vissersdorpen was voor de bewoners van groot belang.
In de duinen werden de visnetten schoongemaakt en gerepareerd. De landbouw kwam pas later op gang.
De duinvalleien werden onder andere gebruikt voor de aardappelteelt. Om aan brandhout te komen, hakte men bomen en struiken om.
Ook liet men er het vee grazen.
In de loop van de eeuwen is het duingebied steeds meer gaan stuiven. Door overbeweiding en houtkap waaide het zand makkelijk weg.
In de tweede helft van de negentiende eeuw werd geprobeerd om de verstuiving te stoppen.
Eerst werd er veel helmgras aangeplant.
Je hebt al eerder gelezen dat helmgras met zijn wortels zand vast kan houden.
Later probeerde men het ook door het aanplanten van naaldbomen.
De directe omgeving van de vissersdorpen was voor de bewoners van groot belang.
In de duinen werden de visnetten schoongemaakt en gerepareerd. De landbouw kwam pas later op gang.
De duinvalleien werden onder andere gebruikt voor de aardappelteelt. Om aan brandhout te komen, hakte men bomen en struiken om.
Ook liet men er het vee grazen.
In de loop van de eeuwen is het duingebied steeds meer gaan stuiven. Door overbeweiding en houtkap waaide het zand makkelijk weg.
In de tweede helft van de negentiende eeuw werd geprobeerd om de verstuiving te stoppen.
Eerst werd er veel helmgras aangeplant.
Je hebt al eerder gelezen dat helmgras met zijn wortels zand vast kan houden.
Later probeerde men het ook door het aanplanten van naaldbomen.
Het is wel jammer dat deze bomen in kaarsrechte rijen werden geplant. Dit ziet er saai uit.
Ook werden deze bomen dicht op elkaar geplant.
Hierdoor krijgen andere planten geen kans om te groeien.
Daarbij gebruiken deze dicht opeen geplante naaldbomen veel grondwater, waardoor het duingebied verdroogd.
Tegenwoordig probeert men deze bossen aantrekkelijker te maken.
Men kapt af en toe een aantal bomen om een doorkijk te maken en andere planten een kans te geven.
Ook worden er andere soorten bomen tussen gezet die in het duingebied thuishoren zoals de Zomereik.
Ook werden deze bomen dicht op elkaar geplant.
Hierdoor krijgen andere planten geen kans om te groeien.
Daarbij gebruiken deze dicht opeen geplante naaldbomen veel grondwater, waardoor het duingebied verdroogd.
Tegenwoordig probeert men deze bossen aantrekkelijker te maken.
Men kapt af en toe een aantal bomen om een doorkijk te maken en andere planten een kans te geven.
Ook worden er andere soorten bomen tussen gezet die in het duingebied thuishoren zoals de Zomereik.